Uiteten of een wijntje in de kroeg? Het zit er helaas nog niet in. Natuurlijk jammer voor ons, maar helemaal voor de horeca. Verschillende horecaondernemers hebben aangegeven op 17 januari hun deuren te openen, zelfs als dat niet mag van de overheid. ‘We moeten ongehoorzaam zijn, want onze bedrijven staan op instorten en steun van de overheid blijft uit’, laten ze weten.
De horeca is sinds 16 oktober gesloten om het aantal besmettingen van het coronavirus in te dammen. Om het hoofd boven water te houden, krijgen de getroffen bedrijven loonsteun en een tegemoetkoming van vaste lasten. Ook heeft het kabinet een eenmalige compensatie van ongeveer 2500,- euro gegeven. Maar ondernemers vinden dat ze te weinig compensatie krijgen.
Uitzichtloze situatie
Naast het gebrek aan compensatie, is de situatie vooral uitzichtloos, laat Marijn van Dijke van de Bredase afdeling van de Koninklijke Horeca Nederland weten. “Ondernemers moeten hun spaargeld gebruiken, hebben torenhoge schulden, een enkeling moet zelfs zijn huis verkopen. Daarom hebben we vorige week tegen elkaar gezegd dat het niet langer kon en het tijd was voor actie”, zo staat op de website van NU.nl.
Hij zegt ook dat er vorige week iets brak toen minister Hugo de Jonge en passant vertelde dat de deuren van de horecagelegenheden waarschijnlijk dicht blijven tot ver in januari. De Koninklijke Horeca Nederland heeft 230 lokale afdelingen. Vijftig daarvan hebben zich aangesloten bij de uitspraak om open te gaan op 17 januari. De landelijke organisatie staat niet achter het besluit.
Ná de feestdagen
Dat er gekozen is voor 17 januari is bewust, zo vertelt Van Dijke aan NU.nl. ‘Als we met kerst opengaan, verwachten we topdrukte. Als de besmettingen dan oplopen, krijgt de horeca daar wellicht de schuld van. Daarom openen we pas ver na de feestdagen. Als de besmettingen dan toch oplopen, is het duidelijk dat het niet aan ons ligt.’
Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen en winacties? Schrijf je in voor de VIVA-nieuwsbrief
Delen